Terug naar nieuws

Waarom eten we niet genoeg groente en fruit (en hoe kunnen we consumptie stimuleren)?

 

Eetgedrag wordt beïnvloed door een complexe mix van factoren. Smaken verschillen, en geen twee mensen hebben precies dezelfde voorkeuren. Toch zien we wereldwijd een opvallend patroon: te weinig mensen eten voldoende groente en fruit. In Nederland eet slechts 20% van de volwassenen genoeg fruit, en 30% genoeg groenten. Bij kinderen liggen deze percentages iets (maar niet veel) hoger: 39% eet voldoende fruit en 47% voldoende groente1. 

Waarom vinden we het zo moeilijk om voldoende groente en fruit te eten? Ons eetgedrag wordt hoofdzakelijk gestuurd door smaak. We moeten iets lekker – of in ieder geval niet vies – vinden om het te eten. En in dat opzicht verliest groente – en in mindere mate fruit – het vaak van de pizza, friet en chocolade. Die producten bevatten veel vet, zout en suiker, en daar hebben we een aangeboren voorkeur voor.

Veel kinderen – en sommige volwassenen – lusten geen groente. Sommige groente smaken bitter (spruitjes!) en de textuur kan een uitdaging zijn (champignons!). Ook dit is evolutionair verklaarbaar. In de tijd van de jagers en verzamelaars waagde je het niet om iets bitters in je mond te steken, want dat was potentieel giftig en dus kon je er ziek van worden. En een textuur met klontjes was waarschijnlijk bedorven, dus ook daarvoor gold: niet eten!

Bij jonge kinderen speelt voedselneofobie een belangrijke rol. Rond het tweede levensjaar worden kinderen vaak terughoudend in het proberen van nieuw eten. Vanaf die leeftijd groeien kinderen in hun onafhankelijkheid en was het (opnieuw evolutionair gezien) belangrijk om alleen eten te eten dat ‘veilig’ is. Gelukkig groeit vrijwel iedereen over deze voedselneofobie heen. Het blijven aanbieden van groente en fruit en helpt hierbij. 
 

 

Waarom eten we niet genoeg groente en fruit (en hoe kunnen we consumptie stimuleren)?

Wat is voedselneofobie?
Bij voedselneofobie wordt nieuw en onbekend voedsel geweigerd op basis van het uiterlijk en/of de geur. Het treedt op vanaf ongeveer het tweede levensjaar en is voornamelijk zichtbaar bij nieuwe groente- en fruitsoorten. Voedselneofobie is niet hetzelfde als ‘kieskeurig eten’: bij dat laatste weigert een kind ook voedsel nadat hij/zij het geproefd heeft. Voedselneofobie kan verminderd worden door herhaaldelijke blootstelling aan het geweigerde voedingsmiddel, als ouder voorbeeldgedrag te vertonen en het eten van groente en fruit aan te moedigen.  
 

Waarom eten we niet genoeg groente en fruit (en hoe kunnen we consumptie stimuleren)?

Groente en fruit zijn relatief laag in calorieën, en kunnen daarom veel gegeten worden. Dit brengt echter ook een uitdaging met zich mee, opnieuw vanuit evolutionair oogpunt. Mensen zijn vanouds op zoek naar calorierijk eten, want ook dat had in de oertijd voordelen. Door veel calorieën tot je te nemen had je een grotere kans om te overleven. In de huidige maatschappij is er juist eten in overvloed, en zouden we beter af zijn zonder dit overlevingsmechanisme.

Méér groente en fruit eten

Wat hebben we nodig om meer groente en fruit te gaan eten? Kennis is één van de factoren die kan bijdragen. Immers, als je niet weet dat groente en fruit goed voor je zijn, zul je ze niet zomaar eten. En als je niet weet dat je te weinig groente en fruit eet, dan kún je er ook niet meer van gaan eten. Voedingseducatie is wat dat betreft een goede eerste stap. Verschillende onderzoeken laten zien dat kinderen het meest opsteken van de praktische, ervaringsgerichte lessen. Denk aan moestuinieren, op bezoek gaan bij de teler, en kooklessen. De inzet van programma’s zoals de Leerstraten van Kokkerelli heeft onder andere een positief effect op de houding van kinderen tegenover groente en fruit. 

Beschikbaarheid van eten speelt daarnaast een belangrijke rol. Fastfoodketens zijn er in overvloed en op plekken zoals speeltuinen en pretparken is het nagenoeg onmogelijk om een gezonde keuze te maken. Bij veel middelbare scholen staan de food trucks voor de poort en reclames en aanbiedingen voor ongezonde producten schreeuwen ons toe. Hoe gemakkelijker iets beschikbaar is en hoe vaker we er aan blootgesteld worden, hoe eerder onze keuze hierop valt. Gelukkig geldt dat niet alleen voor fastfood, maar ook voor groente en fruit. Zo laten verschillende onderzoeken zien dat kinderen meer fruit en groente gaan eten als het wordt aangeboden op school en thuis. 
 

Waarom eten we niet genoeg groente en fruit (en hoe kunnen we consumptie stimuleren)?


Samenwerken 

Wat we eten en waarom het zo lastig is om meer groente en fruit te eten, wordt dus beïnvloed door veel verschillende factoren. Dat maakt het echter niet onmogelijk om toch voor de gezonde keuze te gaan, maar er is wel samenwerking voor nodig. De overheid kan de koop en consumptie van gezonde producten stimuleren met bijvoorbeeld subsidies en heeft tegelijkertijd een invloed op de reclame waaraan de consument wordt blootgesteld. Bedrijven kunnen hun producten herformuleren en er een gezondere, nog steeds lekkere keuze van maken. De consument moet zich bewust zijn van zijn eetgedrag en gewoonten, en kan leren over het belang van gezonde voeding. Uiteindelijk zorgt het eten van méér groente en fruit en minder ongezonde voeding voor een beter welzijn van de mens! 

De Kids Community van Kokkerelli kan bedrijven helpen bij het bedenken van producten die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. De kids community bestaat uit kinderen van 8-12 jaar. 

Lees meer over de Kokkerelli Kids Community

Placeholder image

Replaced

Replaced
sluitknop